Damesklompen, Frankrijk, Eind 19e eeuw
Tripklompen met opgaande ronde stompe neus, opgedeeld in zool en kap gedeelte. Achter de neus een vorm van schoenrimpel (leer). Half bedekte kap met snijwerk op ronde naar insteek bollende wreef. Ruit ondergrond met 1 bloem op de kap met bladeren die naar zijkant weglopen en op het eind weer een bloem. Grotere ruitvorm langs hiel. Hoge hak die krommend oploopt. Smalle wreefband vastgezet met koperen nagel. Op wreefband; stans van gebogen lijnenspel. Bruin, zwart.
Volgens Dhr. Hagenau afkomstig uit Noorwegen. Volgens Dhr. Melin zijn het Franse klompen. Het hout is erg licht.